Beoordelingskader LVS-instrumenten

Bij de beoordeling van de instrumenten (toetsen) uit het leerling- en onderwijsvolgsysteem (lvs) wordt gebruik gemaakt van het Beoordelingskader LVS-instrumenten. Dit kader omschrijft aan welke eisen (vastgelegd in het Toetsbesluit) een LVS-instrument moet voldoen om als voldoende te worden aangemerkt door de expertgroep. 

Voor de LVS-instrumenten gelden de volgende onderwijskundige en psychometrische kwaliteitscriteria:

  • Het instrument dient inhoudelijk valide en betrouwbare oordelen op te leveren en een deugdelijke normering te hebben.
    • De steekproef waarop genormeerd wordt moet groot genoeg en representatief zijn voor de relevante populatie. De standaarden moeten goed gemotiveerd zijn.
    • De betrouwbaarheid moet adequaat worden aangetoond. Hierbij moeten alle aspecten die van invloed zijn op de betrouwbaarheid worden meegenomen, dus ook de beoordelaarsovereenstemming en –betrouwbaarheid. Ook de betrouwbaarheid van het volgaspect is van belang. De betrouwbaarheid in een situatie met observatoren en een volgaspect is bijvoorbeeld te berekenen met een generaliseerbaarheidstheoriemodel (zie bijvoorbeeld Brennan, Generalizability Theory,  https://books.google.nl/books/about/Generalizability_Theory.html?id=V8aaMw2pAbcC&redir_esc=y).
    • De validiteit wordt aangetoond door aan te tonen dat de items relevant zijn voor het construct dat gemeten wordt, en dat de items objectief en efficiënt geformuleerd zijn.
  • Het instrument meet en volgt de kennis en vaardigheden van de leerling op het terrein van Nederlandse taal, rekenen en wiskunde, en/of de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, de ontwikkeling van creativiteit, de ontwikkeling in het verwerven van noodzakelijke kennis en/of sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Het instrument doet een uitspraak over de groei/ontwikkeling van een leerling op genoemde terreinen, over de tijd heen. 
  • De resultaten worden zodanig weergegeven dat de leervorderingen van leerlingen voldoende inzichtelijk zijn voor leerlingen, ouders, voogden of verzorgers. 
De hierboven genoemde kwaliteitsaspecten zijn uitgewerkt in een beoordelingskader.